maandag 24 januari 2011

missen

Gisteren was het de derde sterfdag van mijn moeder. Drie volle jaren geleden werd ik tegen half drie ’s middags gebeld met de schokkende mededeling dat mijn moeder zojuist was overleden, geheel onverwacht, na een gezellig bezoek aan een vriendin. Mijn moeder, die zo veel van vogels hield, was met de ganzen naar het zuiden gevlogen.

De nacht duurde lang, de ochtend begon laat, het werd gisteren het begin van een rustige dag.
Lang uitslapen, een ontbijt op bed, een tweede kop koffie, de krant, zachte muziek.
Moeder was de hele dag aanwezig maar, voor het eerst, zonder dat het pijn deed en zonder die eerdere diepe gevoelens van ontreddering en rauwe smart.
Ja zeker, ze is voor altijd weg uit de mij omringende wereld, maar ze was er gisteren de hele dag toch heel erg bíj, vlak naast me en diep van binnen.

Partner Paul en ik reden 's middags door het natuurgebied De Gelderse Poort. Het was een prachtige nazomerse dag. Grote vluchten ganzen waren, luid snaterend, opnieuw op weg naar het zuiden. Koperen zonlicht streelde land en water, blauwe luchten hadden prachtige wolkenpartijen variërend van blinkend wit tot loodgrijs, weilanden waren geschilderd met dat typische groen van de nazomer, de bomen zaten nog vol blad, met een rijk geschakeerd palet van groen, bruin, geel en hier en daar rood.
Moeder was er de hele dag bij. Bij dat zondagse ontbijt, bij die rit, bij het zien overtrekken van de ganzen, en haar nabijheid was vol rust. De dag was rustig en goed. Ik miste haar niet meer. Ze was nooit kwijt geweest!

Ik realiseerde me gisteren heel sterk dat er een tijd zal komen dat de heftigheid van mijn ziekte, de verwarrende en pijnlijke weken na de levertransplantatie en de uitdaging van de soms zo traag verlopende en confronterende revalidatie gesleten zullen zijn, en dat er dan een periode, een middag, een dag, een week, voorbij kan gaan zonder dat ik aan dat zware jaar heb gedacht, zonder dat mijn lijf er nadrukkelijk en pijnlijk naar verwees.
Een tijd waarin Paul en ik er niet meer over hóeven te praten, dat we niet meer dankbaar en stil hóeven te blijven staan bij die onbekende donor en al die liefdevolle mensen om ons heen. Niet omdat de transplantatie en die onbekende weldoener en de aanwezigheid van zoveel vrienden dan vergeten zullen zijn, maar omdat die dag dan genoeg heeft aan zichzelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten