zondag 29 april 2012

Foute keuze


Op 4 mei herdenken we jaarlijks de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en andere oorlogen.
Elk jaar wordt een wedstrijd uitgeschreven voor jongeren om hun gedachten over oorlog te formuleren. Zo ook de 15-jarige Auke de Leeuw:

FOUTE KEUZE

Mijn naam is Auke Siebe Dirk
Ik ben vernoemd naar mijn oudoom Dirk Siebe
Een jongen die een verkeerde keuze heeft gemaakt

Koos voor een verkeerd leger
Met verkeerde idealen
Vluchtte voor de armoede
Hoopte op een beter leven

Geen weg meer terug
Als een keuze is gemaakt
Alleen een weg vooruit
Die hij niet ontlopen kan

Vechtend tegen Russen
Angst om zelf dood te gaan
Denkend aan thuis
Waar Dirk zijn toekomst nog beginnen moet
Zijn moeder is verscheurd door de oorlog
Mama van elf kinderen, waarvan vier in het verzet zitten
En een vechtend aan het oostfront
Alle elf had ze even lief

Dirk Siebe kwam nooit meer thuis

Mijn naam is Auke Siebe Dirk
Ik ben vernoemd naar Dirk Siebe
Omdat ook Dirk Siebe niet vergeten mag worden


Kunst is er niet enkel om te behagen, maar dient soms ook om wonden en schaduwkanten zichtbaar te maken. Ook verscheurdheid wordt op die manier invoelbaar. Dat is niet prettig, pijn kan vreselijk zijn. Maar het verwoorden en hoorbaar maken van pijn kan troosten. Het tonen van de menselijk tragedie en noodlottige keuzes kunnen helderheid verschaffen. Ook is het een taak van de kunsten om het menselijk tekort te tonen.
Auke de Leeuw schrijft een sober maar schrijnend portretje over verkeerde idealen en hoop op een beter leven. Over vier kinderen in het verzet met een vechtende broer aan Duitse zijde, over een tragisch leven van een liefhebbende moeder in oorlogstijd. En hij stelt een wezenlijke vraag: ‘Moeten we de verkeerde keuzes afwijzen, of de mens die ze begaat?’
Auke toont onopgesmukt dit pijnlijke leven opdat we wellicht lering trekken uit de vraag wat keuzes kunnen bewerkstelligen en opdat we ons blijven herinneren dat we allemaal menselijke mensen zijn die ook vreselijk tekort kunnen schieten.
Een 15-jarige zorgde ervoor dat ik, een 60-jarige, met brandende ogen en een denkend hart zijn woorden las, herlas en nadacht over het noodlottig samengaan van die vlucht uit armoe en het volgen van een verkeerde vlag. Met sobere taal hield de dichter mij enkele uren ‘gevangen’. Dat tekent zijn talent.
Auke mag het gedicht niet voordragen. Het zou 'een goede tekst op de verkeerde plek en het verkeerde moment' zijn. Ook zou het gedicht de grens tussen goed en fout vertroebelen. Het knappe van het gedicht is juist dat het de complexiteit van goed en kwaad, en de vaak onduidelijke grens daartussen, invoelbaar maakt en hoe voorzichtig we dus dienen te zijn bij het maken van keuzes.
Op 4 mei wil ik zijn gedicht nog enkele malen lezen, zodat ik weet waaraan ik tijdens de twee minuten stilte denk:
Aan de woorden van mijn partner bij het ontbijt, vanmorgen na het lezen van dit tot nadenken stemmend gedicht: ‘Zolang we verdeeldheid vereren, zal er oorlog zijn’.
En aan de woorden van de jonge dichter: ‘Alle elf had ze even lief’.
Hoe verscheurend kan het leven zijn…
Dank je wel, Auke!



maandag 12 maart 2012

Nog zoveel keer

Ik wil niet sterven op een paars gekleurde heide
Zoals Ferrat bezong in doodgaan in de zon
Ik wil niet doodgaan onder een verkreukeld laken
Met naast me loos gebazel van een zus of vriend

Ik wil niet doodgaan in een lentegroene weide
Vol kleine lammetjes en ijle bloemenpracht
Of nu al sterven in een schel verlichte kamer
Wanhopig wachtend op de vroege dageraad

Ik wil nog zoveel keer Toon Hermans imiteren
Zijn lieve zon tienduizend keer zien ondergaan
Om daarna één keer nog dat lied van Brel te zingen
Ik kom eraan, dat zweer ik je, ik kom eraan

Maar eerst nog zoveel keer de zomer welkom heten
De eerste zwaluw volgen langs het hemelhoge zwerk
En daarna duizend happen uit een appel bijten
En me verbazen over bloesems en hun vrucht

Ik wil nog zoveel keer de bladeren rood zien kleuren
Erbij zijn als de herfst haar laatste jas uit doet
Ik wil nog honderd keer een najaarsstorm bevechten
Voor ik een laatste glimlach rond mijn lippen plooi

Laat me nog vaak de eerste vlokken sneeuw zien vallen
Een sneeuwpop maken met als neus een winterpeen
Nog zoveel keer de laatste sneeuw zien smelten
En dan pas zeggen, goed, mijn leven is nu op

Wees dan niet bang want ik zet alle deuren open
En laat de dood niet eenzaam wachtend buiten staan
Ik zal met luide stem Jacques Brels refrein herhalen
Ik kom eraan, ik kom eraan, dat zei ik toch

Ik kom, ik kom
Maar sta me toe dat ik het vuur
Dat liefde heet nog eens ontsteek
Nog eens in lichterlaaie sta
Ik laat jou niet vergeefs daar staan
Ik kom, ik kom
Je zit me dicht onder de huid
En dit keer ga ik met je mee
Ik kom, echt waar, ik kom
Dat heb ik telkens weer gedaan