maandag 16 mei 2011

Het vieren van het leven…

Wat 's morgens de logheid van de dag lijkt te worden, krijgt nog diezelfde middag een dansante lichtheid en blijkt – voor de maan hoog aan de hemel staat – een gouden medaille waard. Wat gisteren makkelijk leek, stroomt vandaag misschien traag als ahornsiroop en is morgen wellicht de moeite meer dan of juist helemaal niet waard. Het waarderen en het vieren van het leven moet je leren. Steeds opnieuw. Voortdurend. Dat overkomt mij tenminste keer op keer, want niet vaak was of bleef in mijn leven iets vanzelfsprekend. Waren ooit dansen, eten, roken en gezellig veel drinken belangrijke ingrediënten voor het vieren van een feest, nu zit het plezier vaak in een intiem gebaar, een onverwacht prettig gesprek, het gezicht van een onbekende of een fonkelend glas rode wijn. De verlamde Porgy zingt in de onvergetelijk mooie opera van George Gershwin zijn geliefde Bess de volgende regels toe: ‘…and you must sing and  dance for two instead of one…’ Dansen blijkt mogelijk via de benen van een ander. Zingen kan via andermans stem.

We vlogen via Parijs en Bejing naar Zhengzhou, onze eerste bestemming in het hart van China. Het was mijn eerste grote en vooral verre reis na de levertransplantatie. ‘Het is weer tijd om het leven te vieren’ was jouw argument en je realiseerde deze droom voor mij. ‘Een reis met louter hoogtepunten,’ vervolgde je enthousiast, ‘en het klimaat is goed voor jou en het eten overheerlijk en de reis niet al te vermoeiend.’
Natuurlijk was het reizen vermoeiend, erg vermoeiend zelfs. Ook al omdat Air France er voor zorgde dat mijn rollator niet op tijd aankwam, waardoor ik me een week zonder dat ingenieuze looprek moest voortbewegen. Maar goed, verder had je gelijk. Het was een prachtreis met heerlijk zomerweer en verrukkelijke gerechten uit de imposant rijke Chinese keuken. Een reis met steeds meer hoogtepunten zoals daar waren indrukwekkende kijkspektakels, vechtende Kung Fu monniken uit het Shaolin Klooster (één monnik gooide een spijker dwars door een glazen plaat en prikte zo een ballon door!), overvolle musea met topstukken (het leek ons huis wel), het imposante en wereldberoemde terracottaleger van Qin Huangdi, de minder bekende maar minstens zo indrukwekkende schatten uit het graf van Han Yan Lin, een reis in een futuristische trein die ruim 350 kilometer per uur haalt, de even futuristische stations en vluchthavens, de beeldschone landschappen, de meer dan 3500 jaar oude, bizarre en soms manshoge bronzen maskers uit de Shu beschaving, de graftombes van keizers en prinsessen, de aartsluie en daardoor oerkomische pandaberen, de tempels, de rotspaden, de eindeloze groene hellingen, de zwarte bamboe…
Twee ervaringen waren van onschatbare waarde. Gevaarlijk om ze nu al te willen beschrijven. Maar toch. Doen. In een museum in Xi’an staan, tussen een aantal recente grafvondsten van het terracottaleger, twee beelden. Levensgrote en naakte mannenlichamen. Acrobaten. Of worstelaars. Opnieuw opgebouwd uit honderden kleine en grotere scherven. Hoofden, armen en benen ontbreken. De een is niet veel meer dan een imposant hangende buik, die ik als mijn spiegelbeeld herken. De ander heeft, precies ter hoogte van de lever en in die exacte vorm, een gat. Een heftig beeld, dat slechts enigszins verzacht wordt door de craquelé sluier van ontelbare breukvlakken. Ik zie de twee aarden figuren en tril over mijn hele lichaam, overweldigd door een stille variant van geluk. Daar staan we, mijn donor en ik.
Enkele dagen later. Heuvels, watervallen, bamboebossen, fluisterbomen, tempeltjes met pagodedaken, rotsblokken en huisjes komen tevoorschijn vanachter nevelslierten en gordijnen van motregen. De hemel heeft de kleur van leisteen en lood. Dit is wat de Chinezen poëtisch weer noemen. Het Chinese landschap als een penseelschildering in inkt. De ochtend als gedicht. Ik kijk ernaar en over dat hele beeld, over die mysterieuze prent, valt het beeld van die twee mannelijke torso’s uit Xi’an.
Mijn leverziekte en de transplantatie hebben een onuitwisbare indruk gemaakt, ze zijn een sluier over het leven van alledag. Maar ook met zo’n sluier kan het leven in al zijn schitterende complexiteit gevierd worden. Elke dag. Overal.